In de achterwand van de schouw zijn, zoals vroeger vaak werd gedaan, haardsteentjes ingemetseld. Daarvan zijn slechts twee oorspronkelijk van Dever afkomstig; een aantal is van elders verkregen evenals de halfronde sluitsteen, de overige zijn naar model na gebakken door een specialist op dat gebied. Aan de ronde zijde is ook in deze zaal een kleine venster nis met een luik aanwezig. Rechts daarvan zijn twee eikenhouten deuren, die een (later in de muur uitgehakte) nis afsluiten. In die nis heeft een "alebasten" altaar gestaan, want deze zaal is enige tijd als kapel (privé-kapel en schuilkerk) gebruikt.
Hoog tegen de muren zitten stukken van zandstenen ribben, de restanten van een gemetseld kruisbogengewelf. De nu weer aanwezige balken zoldering komt zonder twijfel overeen met een oudere constructie, die in de 15e of 16e eeuw is vervangen door het gewelf. Om toen boven op de zolder te kunnen komen, is een stukje trap door de muur naar boven uitgehakt en is een dakkapel met een raam gemaakt. Waarschijnlijk moest men, om daar te komen, eerst een losse ladder beklimmen. Nu is daar de monumentale trap van prachtig eikenhout gemaakt, om het de bezoeker niet te moeilijk te maken. In de raamnis aan de noordzijde is een smalle deur, die toegang geeft tot het vroegere "gemak", dat door middel van een stortkoker in de muur een afvoer heeft in de gracht. Deze stortkoker is nu afgedekt met planken en een deksel; vroeger lag er waarschijnlijk alleen een zitbalk boven (vandaar de uitdrukking: "iets over de balk gooien").
Gebruik muis of pijlen op het toetsenbord om rond te kijken in de kapelzaal.